Deze aflevering is voorlopig de laatste in een lange reeks van natuurverhalen
Een bezoek aan de polder Arkemheen bij Nijkerk is in deze tijd van het jaar de moeite waard.
Op vrijdag 16 november gaan we (Tiny en ik) daar weer eens kijken. Het wemelt van de kieviten. Ondanks de droge zomer zien ze er goed uit. Vanuit de auto kunnen we er gemakkelijk een foto van maken: heel dichtbij zelfs. Verderop zagen we een torenvalk op een paal.
Biddende torenvalk
Dat was een verrassing, want het gaat niet zo goed met de torenvalken. Het intensieve grondgebruik maakt grote delen van het boerenland ongeschikt voor torenvalken. Voorzichtig rijden we er heel langzaam heen. Het is 6 graden met een frisse wind. De vogel had één poot ingetrokken en niet veel zin om weg te vliegen. Ik maak een foto, maar ik kan nog iets dichterbij komen en nog een foto maken, dan vliegt de torenvalk weg en begint te ‘bidden’ in de lucht en ook daarvan een opname. Ik realiseer me weer eens dat ik vele jaren heb mogen Pronken met Andermans Veren: De Schepper!
Grote zilverreiger
Opvallend in de polder zijn de ‘witte reigers’. Het gaat om de grote zilverreiger. Ze worden in het najaar en in de winter overal gezien langs slootjes en drassige weiden in de Gelderse Vallei en met name in de polder Arkemheen, soms meerdere exemplaren bij elkaar. Talloze malen ben ik met de camera op pad geweest voor een goede foto van de grote zilverreiger, maar voordat ik de camera in gereedheid had gebracht vlogen ze al weg. Het beste is om de vogel voorzichtig met de auto te benaderen en dan proberen met de telelens een opname te maken. Als je voorzichtig stopt op veertig of vijftig meter afstand, dan vliegt de ‘witte reiger’ al weer weg.
Nee, een mooie foto maken van de grote zilverreiger is lastig. Op dezelfde vrijdag reed ik heel langzaam door de polder en daar stond op korte afstand een grote zilverreiger in vol ornaat op de bodem van een brede sloot. De camera lag binnen handbereik. Toen ik voorzichtig stopte kon ik bijgaande foto maken. Zie zo, deze dag kan niet meer kapot, alhoewel..
Vrijdag 16 november
De dag begon zo mooi met een rondje door de polder Arkemheen. Tiny en ik genoten van de vele kieviten, de honderden smienten, de zilverreigers en dat torenvalkje, heel dichtbij. Later doen we wat boodschappen bij de supermarkt. Tiny gaat boerenkoolstampot maken. René en Anko komen bij ons eten. Alles staat klaar, de tafel is al gedekt en iedereen is al in huis als Tiny in de keuken struikelt over… een matje. Ze valt ongelukkig op de grond en gaat daarna op bed liggen. De volgende dag (zaterdag) de weekenddokter gebeld. Later blijkt dat ze niets had gebroken, maar de rug en de benen doen verschrikkelijk veel pijn. Op 85-jarige leeftijd is dat natuurlijk niet zo best.
Maandag is onze huisarts gekomen… Hij vertrouwt het niet helemaal en stuurt Tiny met een ambulance naar het Meanderziekenhuis in Amersfoort voor een foto: een gebroken ruggenwervel is de uitslag. Tiny moet daar blijven. Ze krijgt een soort kunststof korset om. Met dat ding wordt de pijn nog erger, maar ze begint aan het ding te wennen en het mag ’s nachts af. Als ze binnenkort naar huis mag, moet ik haar gaan verzorgen. Geen tijd meer om te genieten van de natuur en even geen tijd meer voor een nieuw verhaaltje in de zo vertrouwde Barneveldse Krant.
Het einde van een mooie tijd
Dit is ‘voorlopig’ de laatste pagina. Ik had nog zoveel mooie plannen, maar helaas, aan alles komt een eind. Ik bedank de Redactie van de Barneveldse Krant voor de fijne samenwerking en in het bijzonder Joop Brons die mijn pagina’s steeds heeft bijgeschaafd tot een mooi geheel. Ik vind het een hele eer om zoveel jaren aan dat prachtige, ingelijmde product ‘De Barneveldse Krant’ te hebben mogen meewerken. Al meer dan 25 jaar, na mijn pensionering, ben ik bij de BDU nog steeds ‘kind aan huis’. Nee, ik wil nog geen afscheid nemen. We hopen op betere tijden, zodat Joop in gezondheid, tot in lengte van dagen, nog wat afleveringen van mij mag bewerken.
Ook gepubliceerd in Barneveldse Krant – 24-11-2018 – Aflevering 642