Het zwijnenavontuur krijgt een heftig staartje…
Als we vanaf het bosje bij het Zwarte Veld doorgereden zijn naar de Wildbaan, dat misschien een kleine tien minuten rijden is, hebben we daar echt alle geluk van de wereld.
Want… er lopen alles bij elkaar zeker zo’n kleine twintig frischlingen(biggen), die van hot naar her rennen, vergezeld gaande van een aantal zeugen. Het is een geknor van jewelste daar op de open plek in de heide. Tjonge wat een herrie daar in de kraamkamer van de wilde zwijnen!
“Dromertje”
Op een gegeven ogenblik maakt zich een biggetje los van de rest, loopt wat naar voren en staat even later heel brutaal in onze richting te loeren. Een schitterend gezicht is het en Fransien roept: “Het lijkt net ‘Dromertje’ uit “Wild, de nieuwste film van Luc Enting!” Inderdaad, nu je het zegt, heeft het daar wel iets van weg, zo’n benaming blijft gewoon hangen en zeker bij haar, omdat dit kleine gestreepte grut haar hart heeft gestolen. Ook als ze er ineens met z’n allen vandoor gaan, is het een komisch gezicht om te zien, maar… kleintjes worden groot, dat zullen we straks aan den lijve ondervinden.
Mooi in beeld
Het duurt niet lang, of het hele spul komt een eindje verderop weer tevoorschijn, door de hoge heidestruiken zijn ze in eerste instantie bijna niet te zien, maar als ze even later aan de bosrand verschijnen waar wat minder begroeiing is, komen ze wel heel mooi in beeld. Voor de fotograaf natuurlijk niet direct verkeerd, maar of de zwijnen er ook zo over denken, dat valt te betwijfelen.
Schrikken
En… terwijl Fransien probeert om ze zo mooi mogelijk op de gevoelige plaat vast te leggen, komt er links van haar, van achter een omgevallen boomstam, opeens een grote zwarte kop van een wild zwijn tevoorschijn, die ook nog flink aan het grommen is. Ze schrikt zich een ongeluk, maar bedenkt zich geen moment en voor dat ik het goed en wel in de gaten heb, zit ze in de auto.
Tenslotte…
De knorrepot blijft nog heel eventjes staan en sukkelt dan op zijn gemak naar zijn soortgenoten en mengt zich tussen de rest van de rotte zwijnen en daarmee is het gevaar geweken. “Pfff… dat was effe schrikken, die grote kwam wel heel dichtbij,” mompelt Fransien als ze weer wat bijgekomen is van de grootste schrik. “Voorlopig heb ik het wel eventjes gehad met de wilde zwijnen!” En daarmee is ook aan dit avontuur weer een einde gekomen, dat wel een heel lelijk ‘staartje’ had, maar eind goed… al goed!
Zo… dat was weer een mooie ontmoeting met de wilde zwijnen en daarbij ook een leerzame ervaring, plus dat deze drie delen weer eens heel duidelijk aangeven, dat wilde zwijnen ook echt ‘wild’ zijn en je dus goed op moet passen en zeker niet te dichtbij komen, want dan kan het zeker ‘mis’ gaan!
Lees ook: Zwervend langs het wildspoor – Deel 9