Exclusief…
‘Goeiedag, zeg. Niet normaal, wat hier gebeurt. Heb jij de boel ook heel weten te houden? ’t Scheelde niks! Mafkezen met hun motorfietsjes. En maar crossen. En maar herrie maken. En wij maar stof happen.
Moet je daar kijken. Het hele pad naar de gallemiezen. Dat wordt leuk lopen zo met ons hele hebben en houden.
Red je het nog? Nou, voorzichtig aan dan maar. Goeiedag zeg, dat is toch geen lopen zo op die smalle snertspoortjes. We mogen blij zijn, als we onze enkels heel weten te houden…
Ah, m’n knie… Oef, kom ik effe goed weg. Hij zit gelukkig niet op slot. Au. Takkentent. Nou, dat zal wel mooi blauw gaan worden. Waarom overkomt mij zoiets altijd. Sta niet zo stom te lachen, man. Wat er zo leuk moet wezen aan een voetbalknietje waar een tent tegenaan beukt. Effe op adem komen.
Oké oké, we moeten snel wezen. Jij kent de weg hierzo. Ga maar voor. Mag jij de weg banen. Zul jij eens zien, hoe leuk dat is. Hadden die idioten niet ergens anders kunnen crossen?
Daar bij Drie ligt toch zo’n baantje? Waarom gaan de kids daarzo niet in de zandbak spelen? Hahaha, da’s ook een goeie – gashendeltje open en huppetee naar benee recht zo die gaat het Solse Gat in…
Beet en beeld
Waar stond dat ding zo ongeveer? Ja, pak je mobiel d’r maar bij. Hé niet zo wild, man, straks scheurt die zak open. Kunnen we ook nog eens appeltjes bij mekaar gaan vegen. Jaja, ik hou m’n tater al… ga maar effe checken. Nanananananana – niks nada nakkes. Weinig bereik, hier. Gaat het lukken, denk je? Jaja, even geduld, alstublieft. Pom-pompom-pompompompom. Hé, daar komt iets. Geintje! Die boswachter met dat rangerhoedje is in geen velden of wegen te bekennen.
Kijk, dàt bedoel ik: je hebt beet, man – je hebt beeld! Sowee, zeg. Staan hier zoveel van die dingen? En dat lijntje… dat heb jij opgenomen met die excursie? Gaaf, man. Hoe kom je trouwens aan al die eh… wat zijn dat eigenlijk? Stiekeme voerplaatsjes… voerautomaatjes… jachthutjes… hoogzitjes… Te gek, man. En die dingen heeft een of andere handige Harry stuk voor stuk op het net gezet? Voor jongens zoals jij en ik? Geniaal, man. Daar gaan we dankbaar gebruik van maken. Mooi.
Bospiefen
Hebben we het lijntje te pakken? Recht zo die gaat, meneer… Ja-a-a-a, ik zie ’m, ik zie ’m, ik zie ’m. Kijkje nemen? Mooi ding, zeg. Jongejonge, wat een weelde. Als ik zo’n achtertuin van hier tot Tokio had, zou ik er gelijk ook zo eentje neerzetten. Niet van ’t formaat voor een mannetje of veertig, natuurlijk. Je moet het wel beschaafd houden.
Maar een dak boven je hoofd spaart je een hoop gerommel met zo’n nat tentje uit. En een ruzie met ’t vrouwtje, omdat zij zo nodig de zolder moet hebben voor het wasgoed.
Kom op, joh, waar zal ik de tent opzetten? Daarzo? Van die boswachter hebben we toch geen last. D’r staat vandaag geen excursie op het program.
Trouwens, die bospiefen zitten vandaag de dag toch liever lui dan moe lekker warm achter een bureautje. De echte bikkels, dat zijn jij en ik. Bij nacht en ontij in weer en wind achter de beestjes aan.
Strooigoed
Als jij nou even die appeltjes een beetje leuk neerlegt. Paardenbiks? Heb jij paardenbiksjes mee? Sowee, man, daar zijn die hertjes wel effe mee zoet.
En ik heb nog een halfje brood – weliswaar een beetje groen, maar dat zien die stomme zwijnen toch niet. Die vreten alles…
Wat kan er nou nog misgaan, man? Deze jongens komen vanavond met een hele zooi foto’s thuis. Zul jij eens zien! …
Pom-pompom-pompompompom… pom-pompom-pompom… Hé, Sinterklaas, ligt het strooigoed er een beetje leuk bij?
Thumbs up! High five, man! Nou nog effe die paar harinkjes de grond in en klaar is Kees. Zo – die staat!
Wildcam…
Heb jij dat idiote vogelkastje daarzo al gezien? Daar in die boom, ja. D’r zit geen enkele opening in. Wel een of ander venstertje. Welke hotemetoot hangt er nou zoiets op? Da’s toch niet te filmen? Enne… weet je wat ik ook niet snap? Kijk eens naar die lucht. Strakker blauw kun je ’m niet hebben. Maar toch zag ik een flits. Niet te geloven, man. Toen jij voor Sinterklaas aan het spelen was, een flits.’