Wilde zwijnen in aantocht…. dat is wel effe schrikken…
Heel voorzichtig kijk ik door het raampje, eerst zie ik het wat vaag maar al heel snel is het me duidelijk, wilde zwijnen in aantocht. “Gewoon rustig blijven,” zeg ik tegen Fransien. “Geen paniek meid, gewoon rustig afwachten op de dingen die gaan komen!” En tegelijk trek ik de oude houten deur dicht, al sluit hij niet zo best meer, het helpt allicht iets.
Hapje eten
Waar de dieren zo ineens vandaan zijn gekomen, is mij een raadsel maar het is wel de harde werkelijkheid, nou ja… we zien het wel, gewoon afwachten. Al dichter en dichter komen ze in onze richting, misschien denken ze wat voer te vinden, niet voor niets was dat natuurlijk vroeger wel zo. In die tijd werden hier de aardappels en ander voer opgeslagen, die dan dagelijks met de kruiwagen op de voerplek werden uitgestrooid. Toch ligt die periode alweer een hele tijd achter ons en is dat niet meer het geval.
“Blijkbaar hebben ze trek in een hapje eten,” opper ik, waarop Fransien met haar hoofd schud en in stilte hoopt dat de zwijnen zo snel mogelijk rechtsomkeert maken, ze vindt het maar niks.
Een zucht van verlichting
Maar voorlopig is het nog niet zover, want een jonge keiler komt ineens wel heel dichtbij, maar het raampje zit gelukkig hoog genoeg en kan hij ons niet zien, horen of ruiken. Zo blijft hij nog wat rondneuzen, om zich uiteindelijk weer bij de anderen te voegen. Fransien slaakt een zucht van verlichting en als ik eerlijk ben, ik ook wel een beetje, want je weet het natuurlijk nooit, het blijven wilde dieren.
Spannend moment
We kunnen ze nu op ons gemak van een afstand observeren, de rust is weergekeerd in de oude voerhut, natuurlijk was het wel even een erg ‘spannend’ moment! Maar wilde zwijnen gaan niet zomaar zonder meer in de aanval, die kiezen meestal voor de vlucht, zodra ze mensen zien. Ook nu trekken de dieren heel langzaam verder het bos in, tot ze op een gegeven moment uit het zicht zijn verdwenen.
Dan eerst nog maar eens even een lekkere bak koffie inschenken, het gevaar is in ieder geval geweken dus tijd om te acclimatiseren. We lachen er maar om en het bakje koffie smaakt ons extra goed.
En na een half uurtje nog gewacht te hebben, pakken we onze spullen bij elkaar en gaan we op de terugweg naar onze ouwe trouwe Daihatsu Rocky jeep, die ons vele jaren van dienst is geweest in bos en veld.
Tenslotte…
Als we dan bijna bij onze jeep zijn aangekomen, zien we dat de wilde zwijnen ook hier hebben rondgezworven, blijkbaar zijn ze ons voorgegaan. De dieren zijn aardig aan het wroeten geweest, tjonge… jonge… de boel ligt aardig open, de zwijnen hadden echt honger, dat merken we wel aan alle losgewoelde grond. Nou ja… dat is altijd nog beter zo, als dat ze achter je aankomen, dat is geheel andere koek.
Eenmaal in de jeep gezeten, besluiten we om nog even langs de hoogzit aan de andere kant van het bos te rijden, misschien dat we daar nog herten te zien krijgen. En zo rijden we met de ouwe trouwe Rocky door een schitterende ‘witte’ wereld en is het onderweg puur genieten. Ik denk dat we binnen een goed half uur op onze bestemming zijn.
Lees ook: In en om de oude jachthut – Deel 37