Bosverzorging ongeschikt voor toenemende vraag naar kwaliteitshout
Kwaliteitshout ontstaat in bossen met voldoende bomen per hectare, die gezond oud kunnen worden met aantrekkelijke groei. Dat gaat samen met optimale koolstofvastlegging (klimaat) en biodiversiteit. Dergelijke bossen worden steeds zeldzamer.
Eind negentiende eeuw was het meeste bos verdwenen. Vervolgens werden woeste gronden beplant. De oppervlakte bos nam toe en werd verbeterd door menging en gebruik van geselecteerde herkomsten. Veel stormvlakten van de jaren tachtig werden daarmee nog beplant. Daarna werden bossen meer beschouwd als entourage – landschap, recreatie – en zelfs weer omgevormd tot woeste gronden.
Omvorming en verzorging
Met de habitatrichtlijnen van Natura 2000 kwam deze omvorming in een versnelling. De oogst van biomassa versterkte dit, evenals de certificering van bossen. De bijbehorende subsidieregelingen blijken gunstiger voor het opruimen van bos, lanen en singels dan de instandhouding ervan. Begrazing van terreinen en opruiming van exoten en populieren verergeren de toestand. Er ontstaat een overmaat aan kreupelhout. De zesde Nederlandse bosinventarisatie in 2013 gaf de achteruitgang al aan, de zevende (2023) zal dat beeld versterken. Er zijn voorbeelden van goed bosbeheer, dus verzorging gericht op duurzame houtaanwas en biodiversiteit, maar dat betreft te weinig onderdelen van het totale bosareaal.
Weinig realistisch
Deze tendens zien we ook in het buitenland. Extra bos aanleggen is een goed streven, maar de insteek is weinig realistisch. Er is onvoldoende grond beschikbaar, hoogwaardige plantsoenvoorziening is niet gegarandeerd en er verdwijnt meer bos dan erbij komt. Zonder drastische verbetering van de bossenstrategie in Nederland en de Eu, en zonder een strenge wereldwijde boswet is de voorziening met kwaliteitshout op den duur niet gegarandeerd. Evenmin de vastlegging van overtollig CO2 in hout en houtproducten en het behoud van natuurlijke biodiversiteit.
Tekst: ©Leffert Oldenkamp, bosbouwkundige – Wageningen