Vervolg van Vogels kijken in de polder…
Als ik later door het gebied onderaan de Zeedijk zwerf, wordt ik getroffen door het geluid van een kleine vogel, die daar ergens tussen de hoge rietstengels, het hoogste lied zingt. Als hij wat hoger klimt tot in de top van een rietstengel is duidelijk dat hier de Rietzanger bezig is, wat een geweldig volume voor zo’n klein vogeltje.
Dan ineens vliegt hij op in een soort van korte zangvlucht, om daarna weer – als een soort zweefvliegtuigje – tussen de rietstengels te landen.
Onvermoeibare Rietzanger
De rietzanger heeft een wilde zang vol imitaties van andere vogels, maar altijd herkenbaar aan het krassende karakter. Heel anders dan het ritmische staccato van de kleine karekiet. Begin mei zingen rietzangers vrijwel de hele dag onvermoeibaar door. Later in de maand verstomt de zang als de vogels druk zijn met broeden, daarna in juni leeft de zang weer even op.
Blauwborst
Iets verderop horen we het gezang van de Blauwborst, een vogel die misschien vrij algemeen mag zijn, het is en blijft een kunst om hem mooi in de lens te vangen en op de plaat te krijgen. De Blauwborst heeft van Fransien en mij een apart plaatsje gekregen, een vogel om echt blij van te worden, ook als we op het Waddeneiland Texel zijn, zioeken we hem op.
Het gaat namelijk goed met deze schitterende trekvogel en zijn opvallende blauwe borst. Zeker in de lente (broedperiode) zijn ze relatief gemakkelijk te vinden, meestal in de buurt van riet en moerassen en zingend boven in het riet of een struik.
Uitzondering
Blauwborsten zijn prachtige vogels om te zien én om te horen. Zelden gaan in de Nederlandse vogelwereld een opvallend vertoon van kleuren en een uitbundige zang gepaard; de blauwborst is daarin een uitzondering. Het voorkomen van de blauwborst wordt vooral bepaald door de aanwezigheid van moerassen en daarop lijkende biotopen. De afgelopen decennia heeft de blauwborst in Nederland een opmerkelijke opmars gemaakt. Het is een van de weinige soorten die zelfs van een Rode Lijst is geschrapt, omdat het zo goed gaat. Blauwborsten trekken in de herfst naar Afrika en al vroeg in maart keren de eerste helden terug.
Samen zwerven
Enkele dagen later zwerf ik samen met Fransien door de Arkemheense polder, want ook zij is een echte vogelliefhebster en weet onze gevleugelde vrienden ook mooi in de lens te vangen. Dat merk ik wel, als plotseling een Rietgors vanuit het riet omhoog vliegt, om even later ergens hoog in de top van een stengel van zich te laten horen. Dan is Fransien er als de kippen bij, om hem zo goed mogelijk op de plaat te krijgen, met al die heen en weer wuivende rietstengels valt dat niet altijd mee, dat kan ik u wel vertellen.
Nooit uitgekeken
Zo zwerven we samen door de polder, net als de bekende natuurvorser Rinke Tolman (1891-1983) dat in zijn tijd deed ‘onder de open hemel’, zoals hij dat altijd zo mooi verwoorden kon. Tolman was ook een tijdgenoot van de Veluwse natuurschrijver Jac. Gazenbeek, beiden hadden een speciale manier van schrijven, waar ik ontzettend veel waardering voor heb. Echt schrijvers die vanuit het hart en in begrijpelijke taal, anderen de liefde voor de natuur probeerden bij te brengen, zij waren samen met Jac. P. Thijsse, Eli Heimans, Jan P. Strijbos en Albert B. Wigman etc. om er maar enkele te noemen, de pioniers op het gebied van de natuurbescherming. En mede hierdoor kwam er langzamerhand steeds meer bewustzijn bij de Nederlandse bevolking. In dat voetspoor willen wij verder, daarop richten wij ons kompas!
Lees ook: Zwervend langs het wildspoor – Deel 32