Gevleugelde bezoekers bij de vogelhut in mijn achtertuin
Wanneer je niet fysiek naar je werk mag en je dus op afstand moet gaan lesgeven, wordt je bestaan behoorlijk eenzaam. Thuis had ik bepaald dat de woonkeuken een no go-gebied was, hetgeen betekende dat ik me nestelde op de tweezitsbank. Op een klein bijzettafeltje posteerde ik het Chromebook en zo gaf ik via Google Meet lessen en vergaderde ik meer dan me eigenlijk lief was vanaf die plaats.
Korte reistijd
Na een paar eenzame weken bleek dat mijn rug dit geen prettige exercitie vond, werd ik bijkans knettergek van de afwezige scheiding werk en privé en na ampele overwegingen besloot ik van mijn camper een kantoor te maken. Uitgaan met dit zo geliefde voertuig mocht immers toch niet; hij stond derhalve werkloos op mijn erf naar mij te lonken. En zo geschiedde het dat ik werk en privé weer kon scheiden met een reistijd van maar liefst vijftien hele meters. Welk een luxe. Dat sommige leerlingen en collega’s dachten dat ik genoeglijk ergens op de Veluwe aan het vakantievieren was, was dan weer minder.
Vogels op bezoek
Vrije tijd had ik natuurlijk ook. Waar ik die normaal vulde met een bezoek aan strand of bos, moest ik nu genoegen nemen met mijn tuin. Ach, wat heet tuin wanneer je zo veel grond hebt dat je er zelfs een eigen foto-observatiehut op na kunt houden. Welgemoed trok ik naar mijn hut met vijver op ooghoogte. En dan is het gewoon maar afwachten. De vogels die de vijver met een bezoek vereren, zijn houtduif, kraai, gaai, geelgors, verschillende soorten mees, tjiftjaf, fitis, braamsluiper, ringmus, roodborst, merel, lijster, winterkoning… maar het spectaculairst is het vrouwtje van de sperwer.
Geen torenvalk maar sperwer
In de buurt vermoedde ik een nestelende torenvalk, daarbij ging ik af op het geluid. Vreemd was dat ik nergens een nestkast wist. Toen dan ook mevrouw sperwer zich voor het eerst liet zien, zag ik een vogel tussen formaat gaai en duif in (tenminste, zo schatte ik het zo snel in). Pontificaal streek ze neer in een speciaal opgestelde dode boom. Toen ik besefte welke vogel mij met een bezoek vereerde, was ik verbluft. Dit had ik nooit verwacht op mijn veenkoloniale lap grond. Een sperwer jaagt toch in het bos? Dat blijkt niet helemaal waar. Naast mijn perceel ligt inderdaad een smalle strook bos, grond die onttrokken is aan de landbouw, zoals we dat wel vaker zien. En juist daar heeft ze het nest. Het kekkerende geluid bleek niet afkomstig van de torenvalk, maar van de sperwer.
Dorstige sperwer
Mevrouw komt dagelijks wat drinken. Soms landt ze op de hut, zodat ze wel een minuut of wat boven mij zit. Uiteraard is het gevolg een flinke stijging van mijn bloeddruk. En dan strijkt ze neer op de platte steen in het vijvertje, of op een van de stammen aan de rand. Ik kreeg door dat ze geen liefhebber is van natte voeten.
In de lens…
Het kloeke kijkluik staat steevast geheel open, wat betekent dat ik flink wat camouflagemateriaal nodig heb. Aan de 70-200 mm lens heb ik voldoende in combinatie met een 1,6 cropcamera, maar ik heb uiteraard ook groter geschut opgesteld. En zo kan ik mevrouw mooi platen. Een keer bleef ze ruim tien minuten zitten. Wat een weelde. Ik merk dat ze de camera wel hoort afgaan, maar met twee kanonnen opgesteld op de juiste plek hoef ik niets te bewegen. En zo heb ik al heel wat foto’s gemaakt. Jammer is dat ik haar partner niet te pakken krijg. Je kunt uiteraard niet alles hebben en wat niet is, kan natuurlijk nog komen.
Hoe dan ook, mevrouw de sperwer maakt mijn thuiszittend leven stukken minder eenzaam.