Een heerlijke morgen met haar- en veerwild…
Zondagmorgen in alle vroegte, weer eens aangezeten op mijn oude en vertrouwde plekje in het Rauwe Veld en niet zonder succes, het werd een prachtige morgen met haar- en veerwild, zoals mijn vriend de jachtopzichter het zo mooi kan zeggen.
Och… het is altijd de moeite waard om hier te zitten, aan de rand van het moeras, alleen al de rust die er vanuit gaat, als ik eenmaal in mijn schuilhutje zit te wachten op wat komen gaat.
Als ik na verloop van tijd iets bruins tussen het riet aan de overkant zie bewegen, wacht ik gespannen af en dan… eindelijk, stapt er een reegeit met haar kalf de open weide op.
Gras eten
Op de weide doen ze zich tegoed aan het malse gras en de lekkere plantjes die ertussen groeien, die smaken natuurlijk nog lekkerder, maar ze eten ook van het gras. Ik was namelijk jaren geleden eens bij een lezing over het reewild aanwezig, waarbij een bioloog beweerde, dat bijvoorbeeld het ree- maar ook roodwild, geen gras zouden eten. Nou… beste mensen, ik heb al heel wat keren in mijn leven, reeën… maar ook herten heel duidelijk gras zien eten, dus dat fabeltje kan dan nu ook gelijk de wereld uit!
Blaffende hond
Ook nu weer zijn ze allebei heerlijk aan het smullen en trekken zich nergens iets van aan, totdat er ergens in de buurt een hofhond op de boerderij gaat blaffen, dan zijn ze ineens allebei heel ‘alert’. De koppies en ook de oortjes staan gespitst, heel even blijven ze nog staan wachten, maar dan gaan ze er toch vandoor, helaas. Nee… reeën hebben het niet zo erg op honden, ook al is het geblaf nu afgelopen, ze zijn weg en ze blijven weg, niets meer aan te doen, “het was…” zeggen we dan maar.
De ooievaar
Maar… het duurt niet lang, of er strijkt een ooievaar neer in het gras, die meteen heel ijverig op zoek gaat naar voedsel, hij boort met zijn snavel in de grond en wipt beurtelings een emelt of worm naar de oppervlakte en vervolgens wordt deze met een handige zwaai in de open snavel gemikt en verslonden.
Ik volg hem zo lang ik kan, totdat hij uit mijn gezichtsveld is verdwenen, dan breek ik op want de lucht begint te betrekken en ik wil graag voordat de bui losbarst, weer thuis zijn.
Tenslotte
Op de terugweg vliegt er ergens in een kleurrijke weiland, een houtduif op en klapwiekt naar de einder, tegelijkertijd kijk ik achterom en zie dat de donkere wolkenlucht steeds dichterbij komt. En als dan ineens nog heel even de zon door een opening in het wolkendek, het groene land langs het water belicht, lijkt het net of ik in een andere wereld ben aangeland. Hoewel die donkere lucht er best dreigend uitziet, heeft het ook iets magisch of beter gezegd, iets mysterieus. Wat een machtig gezicht vooral nu dit grote contrast van donker en licht, met eerbied en respect voor de Schepper van al dit moois!