Een droom die werkelijkheid werd…

Terugblik met een prachtig Kerstverhaal

Zo af en toe willen wij samen met u – in woord en beeld – terugkijken naar de beginjaren van de Jac. Gazenbeekstichting.  De bedoeling van de redactie is, om mooie artikelen uit de beginperiode, die in de papieren uitgave van De Veluwenaar zijn verschenen,  opnieuw te publiceren op ons weblog, al dan niet voorzien van oude en/of nieuwe foto’s.

Het Kerstverhaal is door mijzelf geschreven en eerder gepubliceerd in: De Veluwenaar–13e jrg–No. 1–januari 2005

Inspiratie voor mijn verhaal

In 2004 bracht ik met mijn zoon een bezoek aan het prachtige Slot Neuschwanstein in Beieren, met daarnaast ook nog een flinke bergwandeling. Boven in de bergen stond een oud houten huis waar we even konden uitrusten, tijdens die rustpauze hadden we een fantastisch uitzicht op het sprookjeskasteel van Koning Ludwig II. Naar aanleiding van dit bezoek aan het Slot Neuschwanstein, de geschiedenis van deze Koning Ludwig en de prachtige omgeving, maakten een diepe indruk op mij en zo ontstond het onderstaande verhaal.

*********************************************************************************************************************

Een droom die werkelijkheid werd…

Hoog in de bergen woonde eens een kleine jongen samen met zijn moeder in een mooi houten huis. Rondom hun woning keek je ver weg over de bergen heen naar de horizon. Halverwege de bergen woonde een rijke koning in een prachtig sprookjeskasteel. In deze schitterende omgeving speelt zich een klein drama af.

Vreselijk ongeluk

De avondzon zakt langzaam onder de horizon en zet het winterse landschap in een prachtig licht. Nog even schijnt de zon recht in het gezicht van de jongen. Hans geniet van dit natuurgebeuren en kijkt achterom naar zijn schaduw in de sneeuw. “Wat een lange kerel ben ik zo”, zegt hij hardop tegen zichzelf. Hans is een echte dromer, en kan om de kleinste dingen het grootste plezier hebben. Hier in de bergen ligt zijn hart en hier wil hij ook sterven. Och, aan de dood wil hij nu liever niet denken, want dan komt dat vreselijke ongeluk van een jaar geleden hem weer voor de geest. Toen verloor hij zijn vader, die tijdens het binnenhalen van het hooi onderweg op een smalle bergpas uitgleed en in het ravijn stortte. Nu heeft hij alleen zijn moeder nog en die is hem zeer dierbaar.

Het prachtige Slot Neuschwanstein vanaf de hangbrug gezien - Foto: ©Louis Fraanje

Het prachtige Slot Neuschwanstein gefotografeerd vanaf de hangbrug – Foto: ©Louis Fraanje

Het mooie kasteel

Hans kent de bergen op zijn duimpje en maakt vaak lange wandelingen. Halverwege de bergen heeft hij zijn vaste plekje waar hij regelmatig te vinden is. Ooit heeft zijn vader hier een houten bank neergezet zodat hij niet op de koude grond hoeft te zitten. Van hier uit heeft hij een fantastisch uitzicht over de wijde omgeving. In de verte ligt het prachtige lichtgrijze kasteel van de koning met zijn sprookjesachtige torens en kantelen. Wat zou hij daar graag eens binnen willen kijken.

Moeder heeft vaak verteld dat het van binnen net een sprookje moet zijn. Met prachtige kamers en zalen, waarbij de muren beschilderd zijn met mooie voorstellingen van de oude sagen en legenden. Even verderop ligt het oudere kasteel waar de koning ooit is geboren. Het kasteel waar de koning nu woont heeft Hans zijn hart gestolen. Wat zou hij er graag eens een kijkje nemen.

Moeder is ziek

De schemering valt, hij moet naar huis, want in de bergen is het heel snel donker. Hans loopt stevig door en ziet in de verte al de lichtjes van het ouderlijk huis. Aha, denkt Hans, daarbinnen brandt het vuur, moeder zal wel blij zijn als hij weer thuis is. Als hij de deur opentrekt en de kamer binnenkomt is zijn moeder er niet. Hans roept: “Moeder, waar ben je?” Vanuit de slaapkamer klinkt een zachte stem: “Hier, jongen, hier ben ik!” Hans schrikt en stormt de slaapkamer binnen en valt zijn moeder om de hals. “Moeder, wat is er gebeurd?” “Och, jongen ik denk dat ik wat koorts heb, ‘t zal wel gauw weer beter worden.” Maar Hans is er niet zo gerust op, en als hij er aan denkt dat hij zijn moeder misschien ook zou moeten verliezen.

De dokter moet gehaald worden, maar hoe? Er is geen telefoon en geen vervoer. Hans loopt naar buiten en slaat zijn ogen naar de hemel en zucht: “Och, Heer in de hemel, moeder is ziek, wat moet ik doen?” Alsof het hem ingegeven wordt loopt Hans naar binnen en ziet dat moeder slaapt. Hij kleedt zich warm aan en snelt weer naar buiten. Dan maar lopen, hoe dan ook, er moet hulp komen!

Het dansende licht

Als hij nog maar net op weg is, ziet hij wat verderop een lichtje door de bergen glijden. Het lijkt soms wel of het danst, dan verdwijnt het om even later weer tevoorschijn te komen. Het lichtje komt in zijn richting. Hans denkt aan spoken of dwaallichtjes en durft bijna niet verder te gaan. Nu hoort hij ook hoefgetrappel en gepraat van mensen. Dan opeens staat hij in het volle licht. Hans houdt even beide handen voor zijn ogen, zo verblindend is het licht.

Als hij even later, al knipperend met z’n ogen de werkelijkheid in ogenschouw neemt, ziet hij het. De koning gezeten in de koninklijke slee, met helemaal voorop een grote lantaarn. De slee wordt getrokken door vier prachtige witte paarden, vooraf gegaan door een ruiter te paard. De koning roept Hans bij zich en zegt: “Zo jongeman, wat loop jij hier zo alleen in het donker?” “Ja, moeder is ziek en nu ben ik op weg om de dokter te halen,” antwoordt Hans heel beleefd. “Nou, stap dan maar gauw in,” zegt de koning, “dan gaan we direct naar haar toe, want je moeder heeft blijkbaar hulp nodig.”

Voor dat het allemaal goed tot hem doordringt is de knecht van de koning, die achter op de slee stond, naar Hans toegelopen en zet hem naast de koning in de slee. De deken wordt over zijn benen gelegd, en dan gaat het snel naar Hans zijn huis.

Nachtelijke slederit van König Ludwig II in het Ammergebergte – Olieverfschilderij (1880) van Rudolf Wenig(1893-1970)

Naar moeder

Voor het huis stopt het gezelschap. De koning gaat samen met zijn knecht en Hans het huis binnen. Vanuit de slaapkamer komt heel zacht het zuchten van de zieke moeder. Heel beslist zegt de koning: “Hans luister, als er een dokter moet komen duurt het allemaal veel te lang. Het lijkt mij het beste dat jullie meegaan naar mijn kasteel, daar is genoeg hulp en voor een dokter wordt gezorgd.”

Tegenstribbelen heeft geen zin, hier moet gehandeld worden, dat begrijpt Hans maar al te goed. Hoewel hij niet begrijpt hoe of de koning op de hoogte kan zijn, doet hij wat de koning zegt. Moeder wordt stevig ingepakt in een dikke warme deken en in de grote slee gezet, dan vertrekt het gezelschap.
Zo snel als maar mogelijk is dalen ze de berg af richting het kasteel, soms lijkt het wel of ze zweven.
Hans kijkt heel even naar de sterrenhemel boven hem en dankt God voor deze hulp.

Prachtige muurschilderingen

Dan staan ze voor de poort, de voorste ruiter blaast op zijn hoorn. En even later zwaait de poort wijd open en rijden ze het binnenplein van het kasteel op. Bedienden komen aangesneld en helpende handen zorgen ervoor dat moeder snel naar binnen gebracht wordt. “Zo”, zegt de koning tegen Hans, “met je moeder zal het wel goed komen, ga jij maar met mij mee dan laat ik je mijn kasteel zien.”

Zo lopen ze samen door de prachtige gangen en zalen van het kasteel. Hans valt van de ene verbazing in de andere. Hij had zich er wel iets van voorgesteld, maar dit gaat zijn verwachtingen ver te boven. De koning geniet als hij het verbaasde gezicht van Hans ziet. Wat een pracht en praal en wat een mooie kleuren. Nergens zie je een kale muur, alles is prachtig beschilderd. De koning vertelt maar, over Gudrun’s reis naar Thora, de Zwanenridder Lohengrin en van Parsifal die de strijd aanbindt met de Rode Ridder. Ook vertelt de koning over zijn grote vriend Richard Wagner, die prachtige opera’s maakt, en die hem inspireerde om dit kasteel te bouwen en zo in te richten.

De lichtstraal

Alles mag Hans zien en als ze dan tenslotte de prachtige Troonzaal binnenwandelen, valt Hans zijn mond helemaal open van verbazing. Ongelooflijk, dit lijkt wel bovenaards en boven de troon is op het plafond een prachtige schildering van Jezus met daar omheen engelen. Als Hans zo staat te kijken legt de koning zijn arm om zijn schouder en fluistert: “Ik zal je vertellen hoe ik wist dat je moeder hulp nodig had? Nou, de hele dag voelde ik mij onrustig, en vanavond zat ik in mijn werkkamer te schrijven toen er ineens een lichtstraal naar binnen viel. In die lichtstraal verscheen een engel, die zei dat boven in de bergen iemand hulp nodig had en dat ik er snel heen moest gaan. Net zo plotseling als de engel verschenen was zo verdween hij ook weer. Dus, zo kwam het dat ik jou ontmoette in de bergen. En… jullie mogen net zolang hier blijven tot je moeder weer helemaal beter is!” Hans weet niet hoe hij de koning moet bedanken, maar die lacht alleen maar.

Tenslotte…

Ondertussen is het al middernacht geworden en Hans valt nu bijna om van de slaap. De koning roept een bediende en die brengt hem naar zijn slaapkamer. Als Hans dan eindelijk in bed ligt, vouwt hij zijn handen en dankt God voor alles. Door het raam ziet hij tussen de sterren de maan vol aan de hemel staan. Zo starend naar die nachtelijke sterrenhemel hoort hij opeens gezang. Zouden dat soms engelen zijn, denkt Hans? Steeds mooier en steeds meer stemmen hoort hij. Maar… voordat hij goed en wel weet wat er gebeurt, valt hij in een diepe slaap en droomt van al het moois wat hij mee heeft gemaakt. Een droom die werkelijkheid was geworden.

Tekst: ©Louis Fraanje

*********************************************************************************************************************

Fransien en ik brachten in augustus 2012 een bezoek aan het Slot Neuschwanstein - Eigen foto: ©Fransien & Louis  Fraanje

Fransien en ik brachten in augustus 2012 een bezoek aan het Slot Neuschwanstein – Eigen foto: ©Fransien & Louis  Fraanje

Tot slot

Neuschwanstein in Beieren is een kasteel in het dorp Hohenschwangau in de gemeente Schwangau bij Füssen in de Allgäu, gebouwd in de tweede helft van de 19e eeuw in opdracht van koning Ludwig of Lodewijk II van Beieren. Meer lezen…

Jaren later in 2012 hebben Fransien en ik een tweede reis naar Schwangau gemaakt, een bezoek aan het Slot Neuschwanstein en het andere kasteel waar Koning Ludwig zijn jeugd heeft doorgebracht, mocht natuurlijk niet ontbreken. Daarnaast hebben wij ook een heerlijke zwerftocht door de omgeving gemaakt, alles bij elkaar een onvergetelijke ervaring die wij niet gauw zullen vergeten!

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2020/12/25/een-droom-die-werkelijkheid-werd/