Zwerven in de mist..
In het vorige deel van ‘Hutverhalen‘ waren we weer eens samen – in woord en beeld – heel even terug in de tijd gegaan, iets wat blijkbaar in deze ‘bewogen’ tijd, de mensen wel aanspreekt. Mede daarom, kan het soms helemaal geen kwaad, om ook eens even heerlijk te kunnen genieten van de sfeer en romantiek van het verleden!
Klein wereldje
Als ik ‘s morgens wakker wordt en door het grote raam van de oude hut naar buiten kijk, kan ik vanwege de laaghangende mist, zelfs de bosrand niet ontdekken zo dicht zit het. Het is een klein wereldje vanmorgen, dat merk ik ook, als ik een half uurtje later buiten in de omgeving loop te zwerven. In het bos valt het nog wel ietsje mee, maar in het open veld is het zicht op sommige plekken wel heel minimaal.
Ontmoeting
Toch besluit ik om mijn zwerftocht in de mist voort te zetten, want die frisse nevelslierten in bos en veld hebben ook wel iets speciaals, iets mystieks, en zo loop ik onwillekeurig nog een flink aantal kilometers.
Dwars door de mist heen zie ik het vennetje in de heide, er ligt een dun laagje ijs op, want het heeft vannacht dan toch iets gevroren, de stilte is hier bijna hoorbaar.
Dan… enkele ogenblikken later, meen ik iets te horen, geschuifel in de buurt van een bevroren vennetje. En… dan ineens komt er vanuit de mist een jonge moeflonram tevoorschijn, is dat even geluk hebben, geweldig!
Bijzonder en apart
Maar… er is een bekend gezegde, namelijk; ‘als er één schaap over de dam is, volgen er meer…’ en ook deze keer is dit het geval, tenminste… Want als ik mijn blik nog eens over goed de heide laat gaan, ontdek ik wat verder op nog een moeflonram, deze is wel wat ouder en heeft ook van die prachtige gekrulde horens.
En als er dan even later nog twee moeflonrammen aan komen lopen, ben ik helemaal in mijn sas, want deze schitterende dieren hebben een heel bijzonder en apart plekje in mijn hart, en mensen die mij een beetje kennen, die weten dat maar al te goed!
Wild zwijn
Als dan op een gegeven moment het drietal besluit om er vandoor te gaan, maak ik ook rechtsomkeert om de oude jachthut maar weer eens op te zoeken. Want de uurtjes tikken wel door, niet dat ik mij daar erg druk om zal maken, dat is zeker niet het geval, maar eigenlijk heb ik best zin in een bakje koffie.
Zo loop ik een beetje in gedachten de weg terug naar de hut, als ik opeens een bekend ‘maggie-geurtje’ in mijn neus krijg , en tegelijkertijd een zacht knorrend geluid mijn oren bereikt. Dat kan dus niet missen, een wild zwijn in de buurt, het geknor wordt steeds duidelijker, maar het klinkt niet direct alarmerend, meer een tevreden geknor. En… ja hoor op een klein open stukje gras tussen de bomen scharrelt een zwijn, maar zodra hij me in de ‘smiezen’ heeft, blijft hij nog heel even staan, maar gaat er dan als een speer vandoor!
Tenslotte
Achteraf ben ik blij, dat ik er toch maar op uit ben getrokken, want ondanks de mist was mijn ochtendwandeling een belevenis op zich, die mijns inziens de moeite meer dan waard was. En deze is dan ook zeker niet ‘de mist in gegaan’, zoals weleens wordt geopperd als het zo mistig is, maar juist het tegenovergestelde bleek vanmorgen het geval.
Een super-ochtend was het, kon gewoonweg niet beter, waarbij ik tegelijkertijd de hoop en wens uitspreek, dat men alles in het werk zal stellen om deze prachtige dieren als deze moeflons, te behouden!
Natuurlijk proces en kopzorgen
Maar als ik dan in het winternummer van Mooi Gelderland 2021 – GLK ( Geldersch Landschap en Kastelen) het artikel “Deze exoten geven kopzorgen” van Frans Bosscher lees, en dan met name dit onderstaande gedeelte, dan heb ik zo mijn vraagtekens:
Moeflon en wolf
Een geval apart zijn de moeflons. Een aantal van deze schapen, ooit van de schrale heuvels van Corsica en Sardinië naar de Hoge Veluwe gehaald voor de jacht, verhuisde in 1975 naar het Wekeromse Zand om hun toeristische waarde; recreanten vinden het leuk ze in het wild te zien. Door hun status als ‘exoten’ mogen ze niet in de vrije wildbaan en lopen ze achter rasters.
Ze hebben nu te maken met de terugkeer van de wolf. Deze soort is beschermd en dus wil en kan GLK het natuurlijk proces niet verstoren. Het mogelijk verdwijnen van de moeflon zou wel jammer zijn voor het publiek, gezien de grote belangstelling voor excursies naar deze schuwe dieren.”
Conclusie
Als je zoiets als hierboven van een natuurbeschermingsorganisatie als GLK leest, dan zakt je de moed wel in de schoenen. De moeflons, die juist door hun begrazingsgedrag, dit kleinschalige terrein goed openhouden, en ook nog binnen een afrastering lopen, gewoon op laten vreten door de wolf. Maar… daarnaast wel met enorme machines het terrein omploegen, om het stuifzand open te houden. Dan vraag ik mij nu wel hardop af, hoe verstorend is zoiets dan eigenlijk in een ‘natuurlijk’ proces?
Ik heb niets tegen de wolf, maar ik denk dat in ons piepkleine en overgecultiveerde landje, de wolf eerder ‘kopzorgen’ geeft, dan de moeflon!
Lees ook: In en om de oude jachthut – Deel 49