Zomaar een klein gedichtje…
Dwalend over de Veluwse heidevelden, die zich zich onlangs van hun mooiste kant hebben laten zien, dan geniet ik van het uitgestrekte paars bloeiende tapijt en de heerlijke nectargeuren van de struikheide.
Als ik kijk naar de dartelende vlinders en luister naar het gezoem van de bijen, dan proef ik tegelijkertijd als het ware de smaak van heidehoning, die door de vele bijenvolken met hun dracht, tijdens deze periode door de Veluwse imkers verzameld wordt.
Op weg
Ondertussen zwerf ik door mijn paarse domein en voel ik mij als een vogel zo vrij in deze eenzaamheid.
Ik zie mij weer als kleine jongen, geboren en getogen in dit Veluwse land, het land van hei en dennen waar mijn wortels liggen en wat mij zo lief en dierbaar is.
Daarnaast ben ik mij ook ten volle bewust, dat ik op weg ben naar dat andere land, het Beloofde Land!
Dit alles inspireerde mij tot de volgende dichtregels in ‘Heidekind’!
Heidekind
De uitgestrekte heide is mijn domein.
een plek waar ik gelukkig kan zijn.
Hier in die weidse eenzaamheid,
voel ik een onweerstaanbare vrijheid.
Dwalend tussen dalen en heuvels,
zie ik libellen met hun ragfijne vleugels.
Bijen en vlinders dartelen en zoemen,
bezoeken onophoudelijk de heidebloemen.
Ik zie mij nog onbekommerd rennen,
door het land van hei en dennen.
Die kleine jongen van het Veluwse land,
gekneed en gevormd door het stuivende zand.
Mijn geboortegrond zo zeer bemind,
hier liggen de wortels van dit Heidekind.
Zo zwervend door heide, bos en zand,
ben ik op weg naar het Beloofde Land.
Tekst: ©Louis Fraanje