Herinneringen aan Rien Poortvliet – Deel 2

Rien_PoortvlietknopDeel_1

 

 

Halfverwege de 60-tiger jaren van de vorige eeuw werd Rien Poortvliet regelmatig door jagermeester Tony Ruys uitgenodigd om in de Imbosch roodwild (kaalwild) te komen bejagen. De ijstak 10-ender uit deel 1 was een incidenteel en uitzonderlijk breed gebaar van de familie Fentener van Vlissingen. Poortvliet was, in de maanden januari en februari, bijna wekelijks gastjager.

Poortvliet was in de beginperiode van zijn schilderscarrière onzeker over de verhouding tussen het landschap en het wild op zijn schilderijen. Daarom nam hij zijn, indrukwekkende, wekelijkse productie schilderijen mee om door Velthuizen en mij kritisch te laten beoordelen. Van onze op- of aanmerkingen nam hij goede nota en hij leerde snel.

Op een gegeven moment raakte Poortvliet erg geinteresseerd in vossen. Hij vertelde dat hij nachten op een stoel bij een loederputje op de Leusderheide had gepost, doch zonder enig resultaat. Hooguit vanwege verwaaiing zag hij een enkele keer op grote afstand een vos haastig in tegengestelde richting lopen. Gedesillusioneerd keerde hij in de loop van de nacht, met een paar halfbevroren ledematen, huiswaarts.
..
Voorstel tot bejaging vos
Vos - Rien PoortvlietPoortvliet was voor de wildschutten intussen geen onbekende jager meer. Er ontstond zelfs een vriendschappelijke verhouding. Poortvliets passie voor de vos werd bijna een obsessie. Daarom stelde ik, eind januari 1970, aan Poortvliet voor om de volgende week vroeg in de middag te komen en ook zijn hagelgeweer en een paar proppen met grove (lood)-hagel mee te nemen. Wat gaan we dan doen vroeg Poortvliet belangstellend?. Dat zul je wel zien liet ik hem weten.
Natuurlijk was Poortvliet op het afgesproken tijdstip present.

Hoe bemachtig je met één jager en één drukker een vos op ca. 4500 ha?
In feite stond ik die wintermiddag voor een immens dilemma: een vos bemachtigen op een jachtveld van zo’n 4500 hectare met maar één geweerdrager. Maar ik hield goede moed want het was mooi helder, zonnig en licht vriezend winterweer. Dan liggen vossen graag op een krulletje in de zon en uit de wind te slapen. De ranstijd was in volle gang en ik had regelmatig overdag een paartje vossen op de heidevlakten waargenomen.

Oostenrijkse bergden (Pinus nigra nigra)

Oostenrijkse bergden
(Pinus nigra nigra)

Nu had ik echter mijn tactiek bepaald op één van de relatief jonge bosvakken van de ‘Nieuwe-aanleg’ in de Imbosch. Die bewuste bosvakken waren halverwege de jaren 50-tig van de vorige eeuw door Vereniging Natuurmonumenten aangeplant als grove den. Er zat echter totaal geen groei in en dus kreeg het roodwild het verwijt: vraatschade!
Toen deskundigen er later, in opdracht van de wild-schadecommissie, gedetailleerd naar keken kwamen ze tot de conclusie dat er i.p.v. grove den Oostenrijkse bergden was geplant. Dat zijn per definitie al geen snelgroeiers terwijl de marginale kwaliteit van de grondsoort ook geen positieve bijdrage levert. Gelukkig was dat niet mijn verantwoordelijkheid.
Mijn aandacht was gericht op het bemachtigen van een vos.

De pijp van Poortvliet als wondermiddel:
Een faunabeheerder moet inventief, creatief en praktisch zijn. Uit ervaring wist ik dat de vos bij het minste of geringste lawaai vroegtijdig ruimt. Daarom maande ik Poortvliet  zijn mond te houden en parkeerde de jeep op geruime afstand van het bewuste bosvak. Heel behoedzaam liet ik Poortvliet posten op een tussenpad tussen twee bosvakken. Bijna al het wild wisselt graag op de kortste oversteek naar het volgende bosvak.

Volledigheidshalve wees ik Poortvliet op een mooie wissel en liet hem op onveer 20 meter afstand posten. Dan kun je namelijk alle aandacht op één richting vestigen. Links en rechts kijken op een laantje tegen een dicht bosvak waar je het wild niet aan kunt zien en/of horen komen levert in de regel weinig rendement op.Rien met pijp Ik sommeerde Poortvliet om de brand in zijn pijp nog eens flink op te stoken en vroeg daarna deze mij te overhandigen. Terloops liet ik hem weten dat wanneer ik uit het zicht was hij terstond met de vossenjacht kon aanvangen. Daarna verdween ik ijlings uit zicht om aan de kop van het bosvak te beginnen met de drukjacht. Allereerst plaatste ik de rokende, stinkende, pijp van Poortvliet halverwege de zijflank van het bosvak. Een eindje verderop knoopte ik mijn zakdoek aan een tak en nog iets verder mijn wollen das. Zo, nu veronderstelde ik dat ik één zijde met voldoende“keerposten” had afgegrendeld. Toen ik nog maar een 30-tal meter al kuchend het bosvak inwandelde hoorde ik plotseling een schot. Onwillekeurig vroeg ik mijzelf af: “zal Poortvliet een vos hebben gestrekt of heeft hij mis geschoten? Maar als hij heeft gemist dan had hij toch zeker 2x geschoten.”  Zo mijmerend worstelde ik door het dichte bosvak. Toen ik het bosvak uitstapte keek ik recht in het gezicht van een jager met snor en een smile van oor tot oor.
Het hadden 2x vossen kunnen zijn.
dode_vosPoortvliet vertelde: “Ik heb precies gedaan zoals je me hebt geadviseerd. Toen je om de hoek van het bosvak was verdwenen heb ik direct geladen, de safe van mijn geweer gehaald en mij geconcentreerd op de aangewezen wissel.
Het gebeurde toch vrij plotseling. Een rode rakker stak de kop uit de dekking. Gelijktijdig schoot mijn adrenaline naar ongekende hoogte. Ondanks dat ik stijf tegen de dekking stond zag de vos mij direct. Althans dat was mijn veronderstelling. Ik bewoog geen vin en bleef stokstijf staan. Toen de vos de kust veilig genoeg waande om de oversteek te wagen, schouderde ik mijn geweer en hield voor bij de kop aan. Op het schot viel het dier ter plaatse kik dood. Direct zocht ik in een van mijn zakken naar een nieuwe patroon om mijn geweer opnieuw te laden. Toen ik hiermee bezig was zag ik op dezelfde wissel vos nummer twee naar zijn dode maat staan kijken. Maar ja, toen ik mijn geopende geweer met een nieuwe patroon weer dichtklapte en voordat ik geschouderd had, draaide de vos zich bliksemsnel om in verdween zoals die was gekomen. Man, wat een ervaring”.

knopDeel_3

Permanente koppeling naar dit artikel: https://www.de-veluwenaar.nl/2012/12/27/herinneringen-aan-rien-poortvliet-deel-2/