In 1942 werd de jonge jachtopzichter Gijs van Velthuizen op eigen verzoek overgeplaatst van Wassenaar naar de Onzalige Bossen. Hij ging hij in de kost bij Koos en Heintje van Middelkoop te De-Steeg.
Op een bepaald moment was het nodig om de schoorsteen van de boerderij te vegen (schumen). Anders loop je immers grote kans op schoorsteenbrand. Gijs, de handige jonge kostganger, wist daar wel raad op. Hij gaf van Middelkoop in overweging om geen halsbrekende toeren uit te halen met een gammele ladder tegen het rieten dak.
“Dat is niet goed voor het dekriet en daarbij levensgevaarlijk”, aldus Gijs. Hij wist wel een techniek om het varkentje snel en doeltreffend te wassen. “En waaruit mag die techniek dan wel bestaan?” vroeg de kostbaas nieuwsgierig. Gijs was kort van stof en liet weten:
”dat zal je wel zien!”
De jonge jachtopzichter haalde zijn jachtgeweer voor de dag en zette er twee proppen fijne hagel op. Hierna sommeerde hij zijn kostbaas een emmer bij de hand te houden om de roetaanslag in op te vangen. Vervolgens knielde Gijs onder de schouw en schoot zijn hagelgeweer leeg in de schoorsteen. De loden hagelkorrels caramboleerden zich met geweld door de schoorsteen een weg naar boven. Uiteraard was de kostbaas niet in staat om de massaal neerdalende roetdeeltjes in de emmer op te vangen.
Gevolg:
In ‘no-time’ vulde de keuken zich met een grote zwarte stofwolk. Men kon geen hand voor ogen zien. Als het Sinterklaastijd was geweest had Koos van Middelkoop zo voor Zwarte Piet door kunnen gaan ! Heintje, de vrouw van Koos, was hier uiteraard niet blij mee.
De moraal van deze anekdote: Een schot hagel door de schoorsteen jagen is een probaat middel. Maar Gijs werd nimmer meer gevraagd.
Nabrander:
Wij bosmensen stoken bij voorkeur hout. Dat deed ik ook toen mijn vrouw en ik in de jachtopzichterwoning aan de Lange-Juffer in de Imbosch woonden (van 1971 tot 1989). Gevolg: ook regelmatig schoorsteen schumen. Als Gijs van Velthuizen hiervan lucht kreeg uitte hij steevast en met glimmende pretoogjes de geijkte slogan: “Moet ik soms even langs komen met het hagelgeweer?”